Het spraakmakende boek De stikstoffuik krijgt een vervolg. Deel 2 bevat verrassende aanvullingen en een gewaagd voorstel voor een update van de Nederlandse vlag. Een sneak preview.
1. Landbouw in de hoofdrol
Het landoppervlak van Nederland bestaat voor ongeveer een derde uit grasland voor koeien. Op nog eens een derde vindt overige landbouw plaats. Dat gaat super-efficiënt: na de VS is Nederland al jaren de een-na-grootste landbouwexporteur ter wereld. Ons kleine land maakte in 2021 een omzet van maar liefst 125,2 miljard dollar. Derde ter wereld is sinds 2021 Brazilië (106,4 miljard dollar). De Braziliaanse export gaat voor een belangrijk deel naar Nederland in de vorm van soja voor ons vee.

2. Nieuwe nationale driekleur
De Nederlandse vlag is belangrijk in het stikstofdebat. Boeren keerden de driekleur uit protest om. Alleen: de betekenis van de kleuren is waarschijnlijke dat rood staat voor het volk, wit voor de kerk en blauw voor de adel – vrij vertaald politici of autoriteiten. Onbedoeld plaatste het protestsymbool dus de politiek boven het volk. Daarom, en vanwege de hoofdrol die de landbouw in Nederland speelt, stelt De stikstoffuik 2 een nieuwe Nederlandse vlag voor, met nieuwe symboliek.

Dat kerk en adel geen rol meer hebben in een gemoderniseerde nationale vlag, zullen veel mensen begrijpen. Maar moeten we het volk echt vervangen door vee? Ja, zegt de auteur van De stikstoffuik 2, Rianne Lindhout. ‘Veehouderij staat in Nederland duidelijk boven het volk.’ Hoe zit dat dan?
3. Het economische belang van landbouw voor Nederland
Hoewel de landbouw in Nederland twee derde van het landoppervlak inneemt, is het economische belang ervan niet 66, maar slechts 4 procent van het bruto binnenlands product. Dat is inclusief de inkomsten die toeleverende bedrijven en inkopers zoals veevoerbedrijven en FrieslandCampina verdienen aan binnenlandse landbouwopbrengst. De waarde van de pure landbouw zelf bedraagt een kleine 1,4 procent van het bbp.

Boeren verdienen doorgaans niet zo veel. Een gemiddelde melkveehouder heeft dan wel drie miljoen op de balans en een mooie omzet van 300.000 euro, maar slechts zo’n 35.000 euro winst. Daarvan is ook nog zo’n 10.000 euro landbouwsubsidie, betaald van belastinggeld. Dat deze boeren niet allemaal staan te springen om een nieuwe bedrijfsvoering, is desondanks begrijpelijk. Ze hebben een hypotheek bij de Rabobank, die wel grootverdiener is in het landbouwsysteem. En dingen bij het oude willen laten, is een menselijke eigenschap.
4. Nederland voedt de wereld juist niet
Nederland is trots op haar vooraanstaande exportpositie van melk en vlees. We voeden de wereld, lijkt het. Dat zou waar zijn, als we koeien uitsluitend lieten grazen op land waarmee je niets anders kunt doen en al het andere veevoer maakte uit bijvoorbeeld groenafval, bietenpulp en gebroken koekjes. Restjes. Maar: we voeren ons vee enorme hoeveelheden graan en soja. Zo’n 80 procent van de voedingswaarde ervan gaat verloren in de vorm van mest en broeikasgas.
Wereldwijd eet vee 40 procent van de graanoogst op en zo’n 70 procent van de sojaoogst. Als mensen die oogsten direct zelf opeten, kunnen er veel meer mensen van eten dan van het vlees en de melk die ze nu opbrengen. Nederland voedt de wereld niet, maar onttrekt voedsel aan de wereld. Dat leidt tot voedselschaarste en hoge voedselprijzen.
5. De echte stikstoffuik
Als landbouwgrond te weinig wormen en behulpzame schimmels bevat door bestrijdingsmiddelen, overbemesting en zware machines, wordt landbouw steeds moeilijker. Dit gebeurt al, alleen: we weten niet of en wanneer het helemaal mis gaat. Zolang we landbouwgrond voeden met het snackbarvoedsel dat kunstmest is, spoelen er mineralen uit en wordt de grond armer. En dat voor een gigantisch deel om veevoer te verbouwen!
Kunstmest, dat voor een groot deel uit stikstof bestaat, is de échte stikstoffuik. Het kost enorm veel energie om het te maken en het ondermijnt letterlijk onze bestaansbodem. Maar: we kunnen niet meer zonder. Zonder kunstmest kan de wereld maar 3,5 miljard mensen voeden. We kunnen de wereldbevolking wel blijven voeden met flink mínder kunstmest, als we stoppen met voedsel verbouwen voor vee.
6. De oplossing uitstellen is verleidelijk
De stikstoffuik is een groot probleem, maar het is geen komeet die met een precies berekende snelheid op ons af komt. En rijke westerlingen krijgen er niet als eerste last van. De oplossing nog wat uitstellen is dus verleidelijk. Zeker voor politici die slechts vier jaar vooruit willen kijken en voor bedrijven die belang hebben bij de status quo. Daarom houden we met zijn allen een amper renderende landbouw in stand te behoeve van een paar megabedrijven. Als beloning zijn wij het mestafvoerputje van Europa en zit ons zwemwater vol bestrijdingsmiddelen. Als we echt het volk voorop willen stellen en niet de veeteelt, doen we er eindelijk iets aan. Wat dan?

7. Mooie toekomst
We kunnen die twee derde van ons land aan landbouwgrond zo inrichten dat we er allemaal beter van worden. We gaan weer graan verbouwen om er brood van te maken en niet meer voornamelijk veevoer. Grazende koeien horen bij Nederland, maar we reserveren niet meer bijna het halve land voor ze. Ze geven minder melk, omdat ze niet meer worden volgepompt met krachtvoer van buitenaf. Ze eten kruidenrijk gras, dat insecten aantrekt en die weer vogels. Kilometers heggen, bomenrijen, bloemstroken en houtwallen scheiden de misschien weer wat kleinere akkers van elkaar. Geen grote hoeveelheden kunstmest en heftige bestrijdingsmiddelen meer nodig en de bodem is gezond.
8. Met méér boeren en genoeg geld
Dat is wel heel veel werk. Wie moet dat gaan doen en wie moet dat betalen? In 1950 waren er nog ruim 400.000 boerenbedrijven in Nederland, nu zijn dat er door de schaalvergroting nog maar zo’n 50.000. Ben je flitsbezorger of heb je een andere bullshitbaan? Word boer! Natuurbeheer hoort bij je werk en daar krijg je ook geld voor. Dat wordt de nieuwe landbouwsubsidie – met jaarlijks 790 miljoen euro in Nederland een flinke inkomstenbron. Nederlandse inkopers halen hun appels niet meer uit Nieuw-Zeeland als ze daar goedkoper zijn, maar ze betalen jou een eerlijke prijs. In de winkel wordt voedsel duurder, maar daar staat belastingverlaging tegenover. De miljarden om de nadelige effecten van intensieve landbouw tegen te gaan, zijn namelijk niet meer nodig.
9. Minder opbrengst? Helemaal niet
Als koeien minder melk geven en akkerbouwers minder kunstmest gebruiken, houden we toch minder opbrengst over? Op het eerste gezicht wel, maar toch niet. Er blijft juist meer voedsel over als Nederland stopt met voedsel voeren aan veevoer. En wat denk je dat bijvoorbeeld al die stalruimingen kosten vanwege de vogelgriep? Of de ganzenvraat aan grasland? Die kosten vallen weg als we de veeteelt terugbrengen tot gezonde proporties. Minder veeteelt bespaart geld, vervuiling en leed en er blijft meer eten voor mensen over. Ook op de lange termijn, terwijl onze huidige intensieve landbouw niet is vol te houden.
10. Tja, dan neemt China gewoon onze veeteelt over
En China geeft helemaal niks om dierenwelzijn. Dat zal gebeuren, zolang de vraag naar vlees en zuivel niet daalt. Die stijgt wereldwijd. Lindhout denkt opportunistisch: ‘Als Nederland mindert met veeteelt, zijn wij in elk geval van de problemen af en wordt Nederland weer een mooier en gezonder land om in te wonen.’ Nou ja, geeft ze toe: ‘Het zou natuurlijk nog beter zijn als we ook werk maken van de consumptiekant van de stikstoffuik. Meer plantaardig eten en minder dierlijk. Dat is misschien een idee voor een derde deel van De stikstoffuik.’
Reageren? Graag! Houd het inhoudelijk en blijf beleefd.