In de zesdelige cursus Voeding naar draagkracht op de Vrije Universiteit Amsterdam lieten zes experts zien welke kant het op moet met ons voedselsysteem en hoe Nederland een heldenrol kan spelen bij die voedseltransitie.
Hou je vast, hier komt de hele inhoud van de cursus in een notendop. Resten van (kunst)mest ondermijnen de biodiversiteit, kunstmest maken stoot enorm veel kooldioxide uit. Het klimaat warmt op, land is schaars, water vaak ook en toch voeren wij de opbrengst van een derde van alle landbouwgrond op aarde aan vee.
Zo’n grootschalige omweg via koeien en varkens is onhoudbaar. En ook dat velen van ons te veel eten. De vraag naar voedsel stijgt nog sneller dan de wereldbevolking, door de toenemende welvaart. Door verwachte schaarste voorzien financiële instellingen al jaren een snel stijgende voedselprijs tegen 2030. Wat het armere deel van de wereldbevolking – ook in bijvoorbeeld Engeland – de honger in zal jagen.
Zes docenten, één conclusie
Ik volgde deze cursus in het najaar van 2019 en schreef een artikel over elk van de zes colleges over ons voedselsysteem. Alle zes de docenten kwamen via verschillende routes tot de conclusie dat wij in het westen te veel dierlijk eiwit consumeren en produceren om de groeiende wereldbevolking te kunnen blijven voeden zonder de aarde uit te putten.
Hieronder links naar de zes verslagen, allemaal gecontroleerd door de docenten zelf. Daaronder fulmineer ik nog even door en laat wat discussie zien tussen docenten en cursisten. ‘We zijn maar zo’n klein landje, wat kunnen wij nou betekenen.’ Veel, als een-na-grootste landbouwexporteur.




We zagen in de cursus talloze grafieken en illustraties die allemaal duidelijk maken: er moet heel wat gebeuren. Meer dan wat minder eten weggooien of de bandenspanning van de auto af en toe te checken. De campagne Iedereen doet wat vervult sommige cursisten en docenten dan ook met woede. Niets over minder vliegen, niets over minder vlees. De overheid lijkt maar niet hardop te willen zeggen dat het echt allemaal wat minder moet. Is het angst voor een tegenvallende verkiezingsuitslag? Is het angst voor een economische tegenvaller? Voor volksopstand?
Nederland is een grote speler
Of wil Nederland niet de eerste stap zetten? ‘We zijn maar zo’n klein landje, wat kunnen wij nou betekenen’, vraagt een cursist aan geograaf Peter Verburg die het college over landgebruik gaf. ‘Vergis je niet, Nederland is een grote speler’, brengt hij daar tegenin. ‘We zijn een van de grootste importeurs van soja en via Unilever ook van palmolie.’ Maar helaas onderschrijft Nederland het vrijhandelsakkoord met het Zuid-Amerkiaanse handelsblok Mercosur, vervolgt hij, wat bijvoorbeeld ontbossing van de Amazone en prijsvechtende veeteelt verder in de hand werkt. Dat is niet bepaald een stap in de richting van de heldenrol die Nederland kan spelen in de voedseltransitie.
En vergeet de banken niet
Boeren in Nederland staan ondertussen onder zware druk, erkent Harry Aiking, die de cursus samenstelde. ‘Door regelgeving van de overheid, uitknijpende supermarkten en zo’n Mercosur-verdrag.’ En vergeet de bank niet. Een cursist merkt op: ‘De Rabobank verplicht boeren grotere stallen neer te zetten en weigert te investeren in duurzamere landbouw.’ Dat is Aiking met haar eens. ‘De supermarkten doen nog wel hun best om duurzamere keuzes te bevorderen, maar de banken en ook de politiek zijn niet vrij van schuld.’
Tegen veeboeren zou Aiking willen zeggen: ‘De vraag naar voedsel blijft stijgen, er is genoeg agrarisch werk.’ Misschien niet in Nederland, met dure grond en dure arbeid, en zeker minder in veeteelt en meer in akkerbouw. De Nederlandse boerenexpertise kan in elk geval goud waard zijn voor de wereld.
Overheid, vertel nou de waarheid
De cursisten en docenten willen graag zien dat de overheid de waarheid vertelt over de impact van ons voedingspatroon en onze voedselproductie. Als dat zou gebeuren, is iedereen het eens met een vleestaks. Er moet een einde komen aan die eeuwige macht van de markt. Verburg: ‘Stel dat Unilever een topman heeft die wil verduurzamen. Vroeg op laat staat er dan een aandeelhouder op die nú geld wil zien. Dan is het weer voorbij.’ En 70 procent van al ons voedsel wordt door zes grote, beursgenoteerde bedrijven over de wereld verscheept, benadrukt hij, dus daar ligt veel invloed.
Toch is er hoop
Er is ook hoop. Aiking: ‘Als ik kijk op wereldschaal, vermoed ik dat er een verandering aankomt. De stikstofcrisis zet het probleem op de kaart.’ Dat was afgelopen najaar, toen stikstof dagelijks de krant haalde. Nu vult de coronacrisis bijna alle kolommen. Boeren blijven zitten met kun vleeskalveren, nu de horeca er geen entrecote van serveert. Hier en daar gaan stemmen op over dat het allemaal anders moet, na corona. Recente berekeningen laten zien dat Nederland met 45 procent minder vee zelfs flinke winst kan maken. Áls je alle kosten meerekent, zoals milieukosten door stikstofuitstoot.
Dit artikel is het sluitstuk van mijn verslag van de cursus Voeding naar draagkracht bij HOVO Amsterdam aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Ik maakte over elk college een artikel, omdat ik geïntrigeerd ben door het feit dat veel milieuproblemen samenhangen met ons voedselpatroon.