‘Erken dat mensen behoeften hebben’

Hij begon met goedkope sjekkies toen hij een jaar of twaalf was. Bernhard Hommel, tegenwoordig psychologiehoogleraar aan de Universiteit Leiden en onder meer gespecialiseerd in actiecontrole, rookte soms hele perioden niet. ‘Later kocht ik sigaretten, en toen ik daarmee wilde stoppen, heb ik een zwaar halfjaar gehad.’

Gezellige rokers en ongezellige niet-rokers
Hommel onderscheidt vier prikkels om te roken, waarbij de gevoeligheid voor elke prikkel verschilt per persoon. ‘De fysieke verslaving, en de psychologische: je wilt iets en je krijgt het met een sigaret. Als derde: roken kan je een houding geven als je ergens alleen bent en je onzeker voelt. Die functie neemt de smartphone nu over.’ Ten slotte is er de sociale functie: ‘Het is “wij gezellige rokers”, tegenover ongezellige niet-rokers. Zeker als ze gedwongen op balkons of terrassen bij elkaar moeten staan.’

‘Vroeger was roken ook cool, dat bepaalt of mensen ermee beginnen. Dat neemt nu af. Al valt het me op dat ik in films weer meer steracteurs zie roken.’ Wellicht omzeilt de tabaksindustrie zo het reclameverbod.

‘Het moet gaaf en cool zijn’
Hoe verminder je als samenleving het roken? ‘Zeggen dat het slecht is en dat het niet mag, werkt bij veel mensen niet. Er moet iets voor in de plaats komen, je moet erkennen dat mensen behoeften hebben en daar iets mee moeten. Het moet iets zijn wat mensen gaaf vinden om te doen en wat cool is. Samen sporten bijvoorbeeld, spelletjes of een vluchteling helpen.’ Dat is wel wat hoogdrempeliger dan een sigaret opsteken. ‘Zeker. Ik zeg ook zeker niet dat het makkelijk is.’ Het is Hommel uiteindelijk wel gelukt: sinds dat zware halfjaar, alweer lang geleden, is hij een ex-roker.

Dit is een onderdeel van mijn artikel Roken en de tabakslobby van vier kanten bekeken, verschenen op de nieuwssite van de Universiteit Leiden. Ook een lobbydeskundige, een medisch bioloog en een kinderlongarts geven hun visie. ‘Wij artsen waren veel te lang in slaap gesust.’

Plaats een reactie