Van stikstofcrisis tot hongersnood & van oorzaak tot oplossing

De kiem voor de stikstofcrisis werd gelegd in 1913. Toen werd de stikstofkunstmest uitgevonden. Het vreet energie om het te maken en het schaadt de natuur. Maar zonder deze kunstmest kunnen we maar 3,5 miljard mensen voeden, laat staan de 8 miljard die er nu zijn. Toch kunnen we met veel minder toe. Paradoxaal genoeg zou dat zelfs miljoenen hongerdoden schelen.


Verontreiniging en uitputting
De kern van bijna alle duurzaamheidsproblemen rondom landbouw is kunstmest. Toen dat na de Eerste Wereldoorlog steeds meer en goedkoop voorhanden kwam, ging de westerse mens steeds meer dierlijk eiwit produceren met inzet van steeds meer voedsel dat we ook zelf hadden kunnen opeten. Voor deze omslachtige voedselproductie gebruikt de mens 30 procent van het beschikbare land, 70 procent van het zoetwater en 20 procent van het totale energiegebruik – heel veel aardgas. En bij dat alles ook veel pesticiden. Verontreiniging is het gevolg, en uitputting: op de lange duur kan de bodem door kunstmest namelijk minder goed voedingsstoffen vasthouden.

Kunstmest is voornamelijk vastgelegde stikstof uit de lucht, met een chemische reactie die tot 1913 bijna alleen bacteriën en bliksem tot stand konden brengen. Zo was er maar mondjesmaat stikstof beschikbaar voor planten om te kunnen groeien. Nadat de eerste kunstmestfabriek opende, was het onbeperkt beschikbaar. Dat werkte de explosieve stijging van de wereldbevolking en de veestapel in de hand. Wij, ons vee en alle andere organismen hebben stikstof in al onze eiwitten en in ons DNA.

Soorten in zee stikken
Stikstofkunstmest maken kost heel veel (fossiele) energie. Als het eenmaal op het land is gestrooid, komt een aanzienlijk deel via het oppervlaktewater in de soortenrijke ondiepe kustwateren. Daar veroorzaakt het algenbloei. Na afsterven worden de algen opgeruimd door bacteriën. Die gebruiken daarbij alle zuurstof uit het water, waardoor al het andere leven sterft. Aiking laat een kaart zien van enorme zuurstofloze gebieden in de Golf van Mexico, waar de uitgespoelde kunstmest van de corn belt terechtkomt: het gebied in de VS waar veel maïs wordt verbouwd. Het gewas neemt gemiddeld de helft van de toegediende kunstmest op, en de rest eindigt via de rivier in zee. In de Oostzee is de dode zone nog groter. Omdat 80 procent van de soorten in zee in de ondiepe kustzone leeft, is dat een aderlating voor de biodiversiteit daar.

Ook de soortenrijkdom op land lijdt onder de intensieve veeteelt. Het ammoniakgas (NH3) dat ontstaat door afbraak van mest door bacteriën, betreft ook ‘reactieve’ stikstof. Dat veroorzaakt elders zure regen en zo bemesten we feitelijk onbedoeld ook de hele natuur. Snelgroeiende planten, die deze meststof snel kunnen opnemen, verdringen dan andere ecosystemen, zoals bossen. Alles bij elkaar desastreus voor de soortenrijkdom op het land, wat ook weer remmend werkt op een verdere groei van de voedselproductie.

‘We hebben onszelf gegijzeld met kunstmest’

Wat Aiking wil zeggen: we hebben de koolstofkringloop opgejaagd met onze uitstoot van broeikasgassen, door vleesconsumptie en de verbranding van koolstof die miljoenen jaren lag opgeslagen – olie. Daardoor warmt nu de aarde op. Maar we hebben de stikstofkringloop, die van nature vrij traag gaat, nog veel meer opgejaagd. ‘Het enige wat niet sneller gaat, helaas, is het maken van goed beleid om dit alles te stoppen.’

‘We hebben onszelf gegijzeld met kunstmest’, concludeert Aiking. Als we ermee doorgaan, sterven steeds meer soorten planten en dieren uit én warmt het klimaat rampzalig ver op. Maar als we ermee zouden stoppen, dan zou het aantal mensen weer heel snel teruglopen naar de hooguit drieënhalf miljard die kunnen bestaan op de natuurlijke stikstofkringloop.’ Dat wil ook niemand. Gelukkig kan het ook anders.

Top 3 urgente milieuproblemen: klimaat níét op 1
Aiking verwijst naar onderzoek van Johan Rockström, verbonden aan de Stockholm University, over de nine planetary bounderies. Rockström bracht met medeonderzoekers de draagkracht van de aarde in kaart waar het gaat om door mensen veroorzaakte milieuproblemen.

Opvallend: de uit balans geraakte stikstofkringloop ‘weegt’ bijna 3,5 keer zoveel als de ecologie aankan, terwijl klimaatverandering door broeikasgas de veiligheidsgrens met ‘slechts’ een factor 1,1 tot 1,5 overschrijdt. Met stip op nummer één staat biodiversiteitsverlies, dat ruim tien keer de draagkracht van onze planeet overschrijdt. Dat betekent: tienmaal sneller gaat dan de ecologie zich kan aanpassen. Het probleem van de afnemende biodiversiteit komt voor een groot deel, naast bijvoorbeeld het kappen van regenwoud, doordat de mens de stikstofcyclus heeft aangejaagd. Dat we zo veel aandacht geven aan de opwarming van de aarde is mooi, maar de stikstofcrisis is urgenter.

Omweg via een koe
Aiking wijst erop dat de top drie van milieuproblemen – versnelling van biodiversiteitsverlies, stikstofkringloop en koolstofkringloop die leidt tot klimaatverandering – nauw samenhangen met ons voedsel in het algemeen, en intensieve veehouderij in het bijzonder. ‘Als we ons verbouwde voedsel rechtstreeks opeten, en niet meer op zo’n grote schaal als nu de omweg laten maken via een koe, varken of kip, scheelt dat gigantisch. Diervoergewassen beslaan een derde van het wereldlandbouwareaal, ongeveer het landoppervlak van Europa. Als je daar voedselgewassen op teelt, kun je één tot twee miljard mensen extra voeden, terwijl toch de druk op soortenrijkdom en klimaat afneemt.’

Op berghellingen waar we niet bij kunnen met onze tractoren, of in drassig Nederlands grasland, kunnen alsnog koeien blijven grazen. Ook kunnen we vee voeren met reststromen uit de voedingsindustrie. ‘In Nederland gebeurt dat al voor de helft, mondiaal is het 20 procent. Vegetarisch worden hoeft dus niet, maar drastisch minderen met dierlijke producten is beter voor de aarde. En ook voor onze gezondheid.’

Het ideaal van Aiking:
> Eet 30 procent minder eiwit, gemiddeld eten we er in Nederland veel meer van dan we nodig hebben. We eten überhaupt te veel calorieën: overconsumptie bedraagt zelfs meer dan de 30 procent voedselaankopen die we weggooien. En eiwit bevat evenveel calorieën als koolhydraten.
> Vervang nog eens 30 procent van de dierlijke eiwitten die je eet door plantaardige eiwitten uit peulvruchten en andere planten. ‘Alles wat leeft bevat eiwit. Een typische studentenmaaltijd van pizza, bier en koffie toe, bevat zowat genoeg eiwit voor een week’, grapt Aiking.
> Haal de overige 30 procent van de dierlijke eiwitten die je nu eet uit biologisch gehouden of scharreldieren, zodat dierenwelzijn ook geen issue meer is.

De vlees- en zuivelconsumptie moeten terug naar het niveau van de jaren 50

Het komt erop neer dat de vlees- en zuivelconsumptie terug moeten naar het niveau van de jaren vijftig van de vorige eeuw. Momenteel leven er zo’n 8 miljard mensen op de aarde. Volgens de prognoses van de Verenigde Naties stevenen we af op zo’n 9,7 miljard in 2050. Die hebben ook nog eens een hogere gemiddelde levensstandaard, lees: meer vraag naar dierlijk eiwit. Volgens de VN is er in 2050 bijna dubbel zoveel vraag naar gewassen als nu.

Voedselprijzen stijgen, honger neemt toe
Wat gebeurt er met zo’n stijgende vraag: de prijs stijgt. Adviesbureau KPMG berekende al in 2012 dat de voedselprijzen tot 2030 met 70 tot 90 procent kunnen stijgen. ‘Dat is al over zeven jaar’, concludeert Aiking. Hij denkt dat honger de komende jaren een groot issue wordt. En niet alleen in Afrika. ‘In Groot-Brittannië gaan nu al vier miljoen mensen dagelijks met honger slapen, dat is 6 procent van de bevolking. Elke procent prijsverhoging jaagt wereldwijd 100 miljoen mensen extra de honger in.’ En tegelijk, zegt Aiking, betalen we eigenlijk te weinig voor voedsel. ‘Wij wentelen een hoop kosten af op het milieu en op toekomstige generaties.’

Meer efficiëntie, minder afval, maar vooral: minder vee
Hoe dan ook, om aan de verwachte vraag te voldoen, moet er de komende drie decennia in zijn totaliteit meer voedsel beschikbaar komen dan in de afgelopen tien miljoen jaar. Hoe kan dat, zonder de aarde compleet uit te putten? Er valt veel te winnen door meer efficiëntie en minder afval, maar verreweg de grootste winst zit in minder vlees en zuivel eten. Het baart Aiking grote zorgen. ‘De politiek blijft de urgentie onderschatten. We zouden alle hens aan dek moeten hebben, maar politici zijn meer bezig met de vraag of ze wel herkozen zullen worden. Minder productie en minder consumptie is een boodschap die zij niet aandurven, maar de druk stijgt.’ Aiking adviseert om niet te wachten op de politiek. Begin zelf. Eet meer plantaardig, minder vlees én zuivel. ‘Dat is niet alleen duurzamer, maar nog gezonder ook.’

Wist je dat:
– Alle katten en honden in de VS jaarlijks evenveel vlees eten als de gehele bevolking van Frankrijk?
– Nederland een uniek land is? Driekwart van wat wij eten, komt uit het buitenland. Driekwart van wat wij produceren, is voor de export. Dat is nergens anders zo.
– Nederlanders het minste plantaardig eiwit eten van alle Europeanen? Door met name onze hoge kaas- en zuivel consumptie zijn we in Europa nummer 2 in de consumptie van dierlijk eiwit, na Frankrijk (data zijn uit 2015).
– Van alle gewervelde landdieren (op basis van het totaalgewicht) nog maar 5% in het wild leeft? 30% is mens en 65% is vee (kippen, varkens, koeien, schapen, geiten). Als we doorgaan zoals nu, is het in 2050 nog maar 1% wild, 27% mens en de rest vee.
– Voor het maken van een kilo dierlijk eiwit zes kilo plantaardig eiwit nodig is?
– 43 % van alle energie die nodig is om brood van gezaaide graankorrel tot in de winkel te brengen, zit in het maken van de kunstmest voor de graanteelt?
– De veestapel 40% van de wereld-graanoogst opeet? En 70% van de soja? Voor elk graanschip dat in 2022 na veel getouwtrek van Oekraïne naar hongerig Afrika mocht varen, voerde Nederland er meerdere op aan de veestapel.
– Minder veeteelt niet alleen honger en destructie van het milieu vermindert, maar ook: antibioticaresistentie (80% van de antibiotica wordt aan vee gegeven), zoönose-ziekten als SARS en Q-koorts, watertekorten enzovoort.
– Dit verhaal niet nieuw is, wel steeds meer aandacht krijgt, maar nog steeds niet genoeg.
– De EU al in 2018 een eiwitvisie presenteerde en alle lidstaten ook een eigen plan moeten maken? Nederland moest het plan in 2020 klaar hebben, maar het is er nog niet. Politiek ligt het erg gevoelig, ondanks alle kennis en rechterlijke uitspraak die in 2019 de stikstofcrisis ontketende. Eigenlijk biedt dit college uitstekende contouren voor dat nationale eiwitplan.

Dit artikel is onderdeel van mijn verslag van de cursus Een eenvoudige doch duurzame maaltijd?, die Harry Aiking in het najaar van 2022 verzorgde bij HOVO Amsterdam.

Plaats een reactie