Rechtspraak en universiteit kleurenblind? Liever niet

Kun je de etniciteit van een dader beter onbenoemd laten in de media? Is wijn in een kerstpakket oké? Onverschrokken rechtenstudenten initieerden een online themamiddag over racisme in het recht, en ook maar meteen in de hele samenleving. ‘Indrukwekkend, ik voelde me begrepen.’

Docent van de initiatiefnemers is hoogleraar Rechtssociologie Maartje van der Woude. Ze trotseerde het ‘zou je dat nou wel doen’ uit haar omgeving, dat ze te horen kreeg omdat het allemaal zo gevoelig ligt. Ze organiseerde de themamiddag en is host. Vorig jaar doceerde ze het vak Colorblind Criminal Justice bij Honours College Law en ging met haar studenten naar San Francisco, waar ze onder meer agent Ryan spraken.

Agent Ryan was erg trots op zijn wapens, vertelt student Melda Güvercin. Haar medestudent Nikki Heideman: ‘Hij zei dingen als: “More people of color shoot at the police.” Over de ongewapende man die de politie recent in de rug doodschoot: “Did they really shoot him only seven times?” Bij een NGO tegen politiegeweld leerden ze dat schietende agenten ofwel bang zijn, of boos.

Antillianen en rottigheid
Werken bij de politie maakt je soms discriminerender dan je was, zegt Peter Rodrigues, hoogleraar Immigratierecht aan het Europa Instituut in Leiden. Hij geeft trainingen bij de politie. ‘Als je in Den Helder te maken hebt met veel Antillianen die rottigheid uithalen, doet dat iets met je ideeën. Dienders moeten volgens hem de bevoegdheid behouden om zelfstandig te oordelen, maar wel elkaar corrigeren. De institutionele politie moet daarnaast sturing geven om racisme en etnisch profileren te voorkomen.’ Medepanellid Alison Fischer, afkomstig uit de VS en in Nederland terechtgekomen in een minder open, tolerante maatschappij dan ze had verwacht, denkt aan een checklist voor agenten, met objectieve criteria die iemand verdacht maken.

Rodrigues promoveerde op onderzoek naar discriminatie van consumenten, bijvoorbeeld in de horeca en door verzekeringsmaatschappijen. Hij was lid van de Commissie gelijke behandeling. ‘Tegenwoordig is dat het College voor de Rechten van de Mens. Daar kun je terecht als je vindt dat je te maken hebt met discriminatie of racisme’, wil hij de ongeveer zestig online deelnemers graag meegeven. Hoewel het moeilijk blijft: vaak is het een optelsom van veel kleine gebeurtenissen die maken dat iemand zich gediscrimineerd voelt. Gebeurtenissen waarmee je niet meteen naar zo’n College stapt.

Omstandigheden van de crimineel
Wie weet spelen al die steekjes onder water een rol bij de oververtegenwoordiging van eerste- tot tweedegenereatie-migranten in de gevangenis. In Nederland vertegenwoordigen zij 24 procent van de bevolking, maar wel 52 procent van alle verdachten van een strafbaar feit en zelfs 66 procent van de mensen in detentie. Universitair hoofddocent Strafrecht Sigrid van Wingerden deed interessant onderzoek naar die vreemde getallen. ‘Ik ontdekte dat de verschillen weg zijn als je corrigeert voor omstandigheden zoals geen werk hebben, verkeerde vrienden hebben en de ernst van het delict. Justitie was blij: zie je wel, wij discrimineren niet. Dat dacht ik eerst ook, maar het probleem is niet weg.’ Dat deze mensen kennelijk onder meer criminaliserende omstandigheden leven, kunnen we niet naast ons neerleggen.

Moeten we bepaalde dingen niet anders framen, vraagt toehoorder Amir aan panellid Janine Janssen, die zich in wel drie banen bezighoudt met geweld tussen mensen die elkaar kennen. Amir schrijft: ‘Bij mensen met een migratieachtergrond heet het eergerelateerd geweld, maar in dezelfde gevallen, bij mensen zonder migratieachtergrond, spreekt men over familiedrama’s. Deze framing zorgt dat men bij de term eergerealeerd geweld meteen denkt dat het wel om een Turk of een Koerd zal gaan…’

Huiselijk of eergerelateerd?
Janssen benadrukt dat er een essentieel verschil is tussen huiselijk geweld en eergerelateerd geweld: ‘Bij het eerste is er een individuele dader en speelt het in het kerngezin. Bij het tweede is er groepsdruk en speelt de extended family een rol. Dat maakt verschil voor het politieonderzoek. Eergerelateerd geweld komt met name voor in gesloten, religieuze gemeenschappen. Inderdaad gaat het meestal om migranten, en ik vind het oké om dat te benoemen. Maar het komt ook voor in orthodox christelijke groepen waar bijvoorbeeld iemand uit de kast is gekomen. Dat die nuance in het publieke debat verdwijnt, levert zeker schade op. Het is belangrijk dat in die groepen zelf discussie ontstaat over zaken als maagdelijkheid, homoseksualiteit en besnijdenis.’

Etniciteit (niet) weglaten in de media
Zou het helpen om de etniciteit van een dader onbenoemd te laten in de media, vraagt toehoorder Franchesca. Van Wingerden: ‘Je moet inderdaad niet bij elke beroving die achtergrond benoemen, want het versterkt stereotypen. Maar toen half Gouda werd geterroriseerd door Marokkaanse jongeren, vond ik het goed dat dat werd benoemd. We moeten alleen ook benoemen wat mensen zónder migratieachtergrond doen.’

‘Toen Pim Fortuyn was vermoord, stond de islamitische gemeenschap te trillen op haar benen’

Rodrigues denkt er anders over: ‘Je moet het altijd benoemen, of nooit. Elke selectie is discutabel.’ Hij lijkt te neigen naar altijd benoemen: ‘Toen Pim Fortuyn was vermoord, stond de islamitische gemeenschap te trillen op haar benen. De opluchting was groot toen bleek dat het om een Nederlandse dader ging.’

Kijk juist wél naar iemands achtergrond
Het publiek oppert om bij strafrechtelijk (voor)onderzoek de naam en achtergrond van de verdachte weg te laten voor de behandelaars, om vooroordelen te voorkomen. Dat kan averechts werken, vinden de panelleden. ‘Je kunt mensen ook tekort doen door niet naar hun achtergrond te kijken’, denkt Janssen. Fischer: ‘If you can’t see race, you cannot deal with racism. Stel dat een politieagent “Stop!” roept, en een verdachte rent weg. Vanuit het perspectief van een witte vrouw is dat heel raar, maar niet als je uit een gestigmatiseerde groep komt en negatieve ervaringen met de politie hebt.’

‘Het vrouwtje had een hoofddoek om, dus ze werd onderdrukt’

Ook in de rechtszaal moet je juist rekening houden met iemands achtergrond, zegt Van Wingerden. ‘Stel dat een verdachte de rechter niet aankijkt. In Nederland is het een teken van respect om iemand aan te kijken, maar in andere culturen juist niet. Dat is belangrijk om te weten. Janssen: ‘Het interpreteren van dat soort signalen is lastig. Ik kom rare vooroordelen tegen. “Het vrouwtje had een hoofddoek om, dus ze werd onderdrukt.” Of juist: “Dat zijn heel moderne mensen met spijkerbroeken aan, die zullen toch geen huwelijken arrangeren?” Zoek de dialoog, praat met mensen!’ Behandel iemand anders niet per se zoals je zelf behandeld wilt worden, want misschien wil hij wel anders behandeld worden.

Bewust worden tijdens je opleiding
Wat gebeurt er momenteel eigenlijk om dit soort vergissingen binnen het rechtssysteem te voorkomen? Op deze vraag van mede-host student-assistent Sofia de Jong moeten de panelleden het antwoord schuldig blijven. Bewustwording is belangrijk, diversiteit op de werkvloer ook, normen alleen helpen niet. Bewustwording begint al bij de opleiding. We leren te veel over hoe het rechtssysteen is, te weinig hoe het zou moeten zijn.

‘Deelnemen aan de samenleving is voor bepaalde groepen moeilijker’

De tweede paneldiscussie gaat over racisme en ongelijkheid in de samenleving als geheel. Panellid Abdullahi Abdulrahman Abdalla komt in zijn werk bij het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten allerlei misstanden tegen. ‘Bij het naleven van allerlei mensenrechten gaat het mis, met name bij bepaalde groepen mensen. We zien dat het voor bepaalde groepen makkelijker is om bijvoorbeeld aanspraak te maken op het recht op juridische bijstand of het recht op onderwijs. Deelnemen, je veilig en betrokken voelen in de samenleving, het politieke systeem of de universiteit is moeilijker voor bijvoorbeeld een homoseksuele of een Somalische Nederlander.’

Vliegtuigschoonmaker met twee masters op zak
Na de twee panelgesprekken helpt Amir Ali Abadi de balans op te maken. Hij is projectmanager bij het Europa Instituut lid van de Klankbordgroep Diversiteitsbeleid op de universiteit. ‘Mijn vader zei altijd: “Je bent hier te gast, gedraag je voorbeeldig. Wees de beste, werk harder dan de anderen en je komt vanzelf bovendrijven.” Abadi deed drie studies en werkte daarnaast veertig uur per week, maar merkte dat het er niet toe deed. ‘Ik schrok me wild toen ik bij het UWV naar het “Bureau hoog opgeleide allochtonen” moest met twee masters op zak. Toen ik mijn cv had geüpload, kreeg ik het advies om te solliciteren als vliegtuigschoonmaker.’

Later in zijn gelukkig toch passende loopbaan werd hij uitgenodigd door de president van de Rechtbank in Den Haag, om te helpen meer diversiteit op de werkvloer te bereiken. De president zei: “Het mag niet ten koste gaan van de kwaliteit.” Ik dacht: hè?! Zijn mensen met een andere achtergrond dan minder goed? Kortom, ik zag de worsteling. Jongeren die ik spreek, geloven niet meer in de aanpak van heel hard werken, ze willen gewoon dezelfde rechten als de anderen.’

Het hele kerstpakket door de gootsteen
Kan Abadi overgevoelig zijn, zoals vaak wordt geopperd? Wibren van der Burg, hoogleraar Rechtsfilosofie en Metajuridica aan de Erasmusuniversiteit Rotterdam denkt van niet. Als homoseksuele Fries die opgroeide in de Veluwe heeft hij ook zijn portie gehad. ‘Een grapje is oké, maar als je steeds hetzelfde grapje hoort, wordt het echt vervelend.’ Een Marokkaanse collega zei eens tegen Van der Burg: ‘Ik kon het hele kerstpakket zo door de gootsteen spoelen.’ Het waren twee flessen wijn. Van der Burg: ‘Iedereen mag wijn kopen, maar stop het niet meer in kerstpakketten voor het voltallige personeel. Toen ik dat voorstelde, kreeg ik veel hatemail. Toch moet het, want veel van die kleine veranderstapjes doen heel veel.’

Leo lucassen, hoogleraar arbeids- en migratiegeschiedenis benadrukt de factor tijd in processen van integratie en het verdwijnen van stigma’s. ‘Een stigma op een groep heeft heel lange effecten. Kijk naar de stigmatisering van Joden. Zelfs de holocaust heeft dat niet uitgeroeid, het blijft in de loop van de eeuwen stabiel.’ En over Black Lives Matter: ‘Als gezaghebbers zoals Trump grapjes maken, voelen mensen zich geoorloofd om het ook te doen en wordt racisme openlijker en harder.’

Maartje van der Woude, die de themamiddag op initiatief van haar studenten organiseerde.

Ogen dicht voor misstanden
Volgens Lucassen gaat het allemaal om empathie. ‘Je moet je kunnen en willen verplaatsen in mensen die soms heel grof worden gediscrimineerd.’ Daarover had Van der Woude in haar inleiding iets interessants gezegd. Mensen zijn van nature empathisch, volgens gedragsbiologen. Maar toch: ‘Mensen met privileges kunnen uit schuld- en schaamtegevoel hun ogen sluiten voor misstanden en het lijden van anderen. Hoe zichtbaar ook door moderne media, je blokkeert die beelden liever. Daarnaast kan stereotypering van groepen op basis van vooroordelen leiden tot onverschilligheid en zelfs vijandigheid.’ Deze twee mechanismen vormen een uitstekende verklaring voor het gebrek aan empathie dat het debat over racisme te vaak kenmerkt, aldus Van der Woude. Meer empathie, minder polarisatie, dat was de bedoeling van het symposium.

En dat is gelukt. Mede-organisator Sadaf Oryan Abkenar is onder de indruk na het symposium. Zij voelde zich begrepen: ‘Ik ben zelf een student met een migratieachtergrond. Mijn ouders zijn niet hoogopgeleid, waardoor ik niet dezelfde kansen heb. Ik studeer aan een ‘witte’ universiteit, op een ‘witte’ faculteit met de bijbehorende ‘witte’ studentenverenigingen. Ik voel me daarom niet volledig thuis op de universiteit. Dat panel-deelnemers dezelfde ervaringen hebben gehad, dit erkenden, hierover nadachten en zochten naar oplossingen, vond ik prachtig om te zien.’ Ook Abkenars medestudent Vera de Boer kijkt tevreden terug. ‘Meerdere malen werd benadrukt hoe belangrijk het is om deze thematiek in het onderwijs te behandelen, hoewel docenten het soms lastig vinden. If you can’t see race, you cannot deal with racism is een uitspraak die me bijblijft .’ Voor De Boer en de andere studenten die keken, was dit symposium dus een uitstekende les.

> Op de nieuwssite van de Universiteit Leiden staat een ingekorte versie van dit artikel.

> Lees ook op mijn site: Grappige discriminatie is het ergste.

Plaats een reactie